,

Doneren met impact

Stel dat charitatieve instellingen zich meer zouden gedragen als bedrijven. Ze zouden leren wat werkt, stoppen met de initiatieven die niet werken, en hun projecten optimaliseren totdat ze zoveel mogelijk mensen uit de armoede kunnen halen voor de laagst mogelijke kosten. Uw donatie heeft dan maximale maatschappelijke impact. Zou u geld doneren aan zo’n organisatie? 

Veel mensen zijn bereid om geld te doneren om andere mensen te helpen, maar in de praktijk laten we ons in ons donatiegedrag vaak leiden door emoties. We sturen knuffels naar weeshuizen duizenden kilometers verderop, slaan waterputten in dorpjes waar niemand ze onderhoudt, of zamelen bij een online actie miljoenen euro’s in om het leven van één specifiek persoon uit de armoede te halen, terwijl met hetzelfde geld honderden andere mensen geholpen hadden kunnen worden. De vraag hoe mensen doneren – en hoe deze donaties beter zouden kunnen worden besteed – vormt de basis van de zogenaamde ‘effectief altruïsme’-filosofie. De kern van deze filosofie is dat we onze donaties moeten baseren op de maatschappelijke impact die ermee bereikt kan worden. Opportuniteitskosten spelen in deze beslissing een belangrijke rol: elke euro die gedoneerd wordt aan een goed doel, kan niet worden besteed aan ander goed doel. Dit betekent dat als u € 100 doneert om één leven te redden, terwijl u er ook tien levens mee had kunnen redden, u dit zou moeten beschouwen als een verlies van negen levens in plaats van het redden van één leven. 

Hoewel deze manier van denken voor velen wellicht iets te rigide is, is het algemene uitgangspunt van bewust doneren geen verkeerde. In plaats van uit te gaan van ‘beter iets dan niets’ zouden we het uitgangspunt ‘had ik met mijn donatie meer impact kunnen hebben?’ kunnen hanteren. Als we onze donaties weloverwogen en rationeel zouden doen, zouden we waarschijnlijk meer mensen kunnen helpen. Toch lijkt de realiteit weerbarstig en is het ideaal van effectief altruïsme nog ver weg. Mensen lijken zelfs vaak een voorkeur te hebben voor goede doelen die niet per se het meest effectief zijn. Waarom is dit? 

Om dit te begrijpen is het nuttig om eens te kijken naar wat inzichten uit de gedragseconomie. Volgens de traditionele economische theorie is de mens zelfzuchtig en rationeel: de homo economicus. Hoewel er voor een rationeel en egoïstisch persoon op het eerste oog weinig redenen lijken te zijn om geld weg te geven, zijn deze er wel degelijk. Donaties aan een goed doel kunnen bijvoorbeeld statusverhogend werken: we laten anderen ermee zien dat we goede mensen zijn. Ze kunnen ook financiële voordelen met zich meebrengen. Zo zal een middenstander die doneert aan de lokale voetbalclub goodwill creëren in de gemeenschap. Ook religieuze kosten-batenanalyses kunnen een rol spelen: mensen doneren, in de hoop hier in het hiernamaals voor beloond te worden. Al bovengenoemde motivaties voor doneren zijn duidelijk rationeel en in het belang van de gever. 

Onderzoeken hebben echter ook consistent laten zien dat mensen bereid zijn om anderen te helpen als dit geen zichtbare voordelen voor hen lijkt te hebben. Bij experimenten waarin deelnemers gevraagd wordt een bepaald bedrag te verdelen tussen henzelf en een anonieme ander, blijkt 90% bereid om een deel van het bedrag weg te geven. Dit schijnbaar altruïstische gedrag kan gedeeltelijk verklaard worden aan de hand van economische motieven, zoals onder andere econoom James Andreoni aantoonde. Hij liet zien dat veel mensen doneren omdat ze nut ontlenen aan het doen van de donatie zelf. Dit is een vorm van onzuiver altruisme: mensen voelen zich blijer en gelukkiger na het doen van een donatie. Hij noemt dit ook wel ‘warme gloed’-doneren, refererend aan het goede gevoel dat je krijgt als je iets goeds voor een ander doet. Dit maakt het doen van een donatie vergelijkbaar met het kopen van een ijsje: het is een consumentengoed, dat je koopt omdat je er blij van wordt. 

Kort samengevat zijn er dus twee redenen om geld te doneren: we doneren omdat we er zelf nut aan ontlenen en we doneren omdat een ander er nut aan ontleent. Dit is waarschijnlijk de reden waarom we ons soms wat ongemakkelijk voelen bij de ‘effectief altruisme’- filosofie. Die gaat er namelijk van uit dat alleen de ontvangers beter worden van de donatie, zonder stil te staan bij de manier waarop de donatie de gever beïnvloedt. Het voelt nu eenmaal beter om geld te doneren aan één persoon die je kunt horen en zien, dan aan een anonieme groep mensen, zelfs wanneer je binnen deze groep meer mensen voor hetzelfde geld had kunnen helpen. Zij die het wel belangrijk vinden dat hun donaties een zo groot mogelijke maatschappelijke impact hebben, merken al snel op dat het niet zo makkelijk is om te bepalen welke donatie de meeste impact heeft. Het is onmogelijk om de potentiële impact van ieder goed doel te weten. 

Dr. Frank Hubers en Eric Visser

Wilt u toch doneren met meer impact, let dan op de manier waarop de organisatie is ingericht. Een charitatieve instelling die zich inzet voor een hoge maatschappelijke impact is herkenbaar aan haar focus op heldere doelstellingen en het evalueren van de impact van haar projecten. De organisatie leert van deze evaluaties en past haar werkwijze waar nodig aan. Garandeert dit maximale maatschappelijke impact? Helaas nog niet. Maar u kunt er wel zekerder van zijn dat uw donatie zo goed mogelijk besteed wordt. En dat zou u een goed gevoel moeten geven.

Door: Dr. Frank Hubers

Over de auteur: 

Dr. Frank Hubers is economoom en antropoloog. Hij is als universitair docent verbonden aan de Open Universiteit, waar hij onder andere onderzoek doet naar het thema van resultaatsturing binnen non-profitorganisaties. In 2013 was hij, als evaluator van het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (ECSP), betrokken bij de impact-evaluatie van Children Asking. 

Stel dat charitatieve instellingen zich meer zouden gedragen als bedrijven. Ze zouden leren wat werkt, stoppen met de initiatieven die niet werken, en hun projecten optimaliseren totdat ze zoveel mogelijk mensen uit de armoede kunnen halen voor de laagst mogelijke kosten. Uw donatie heeft dan maximale maatschappelijke impact. Zou u geld doneren aan zo’n organisatie? 

Veel mensen zijn bereid om geld te doneren om andere mensen te helpen, maar in de praktijk laten we ons in ons donatiegedrag vaak leiden door emoties. We sturen knuffels naar weeshuizen duizenden kilometers verderop, slaan waterputten in dorpjes waar niemand ze onderhoudt, of zamelen bij een online actie miljoenen euro’s in om het leven van één specifiek persoon uit de armoede te halen, terwijl met hetzelfde geld honderden andere mensen geholpen hadden kunnen worden. De vraag hoe mensen doneren – en hoe deze donaties beter zouden kunnen worden besteed – vormt de basis van de zogenaamde ‘effectief altruïsme’-filosofie. De kern van deze filosofie is dat we onze donaties moeten baseren op de maatschappelijke impact die ermee bereikt kan worden. Opportuniteitskosten spelen in deze beslissing een belangrijke rol: elke euro die gedoneerd wordt aan een goed doel, kan niet worden besteed aan ander goed doel. Dit betekent dat als u € 100 doneert om één leven te redden, terwijl u er ook tien levens mee had kunnen redden, u dit zou moeten beschouwen als een verlies van negen levens in plaats van het redden van één leven. 

Hoewel deze manier van denken voor velen wellicht iets te rigide is, is het algemene uitgangspunt van bewust doneren geen verkeerde. In plaats van uit te gaan van ‘beter iets dan niets’ zouden we het uitgangspunt ‘had ik met mijn donatie meer impact kunnen hebben?’ kunnen hanteren. Als we onze donaties weloverwogen en rationeel zouden doen, zouden we waarschijnlijk meer mensen kunnen helpen. Toch lijkt de realiteit weerbarstig en is het ideaal van effectief altruïsme nog ver weg. Mensen lijken zelfs vaak een voorkeur te hebben voor goede doelen die niet per se het meest effectief zijn. Waarom is dit? 

Om dit te begrijpen is het nuttig om eens te kijken naar wat inzichten uit de gedragseconomie. Volgens de traditionele economische theorie is de mens zelfzuchtig en rationeel: de homo economicus. Hoewel er voor een rationeel en egoïstisch persoon op het eerste oog weinig redenen lijken te zijn om geld weg te geven, zijn deze er wel degelijk. Donaties aan een goed doel kunnen bijvoorbeeld statusverhogend werken: we laten anderen ermee zien dat we goede mensen zijn. Ze kunnen ook financiële voordelen met zich meebrengen. Zo zal een middenstander die doneert aan de lokale voetbalclub goodwill creëren in de gemeenschap. Ook religieuze kosten-batenanalyses kunnen een rol spelen: mensen doneren, in de hoop hier in het hiernamaals voor beloond te worden. Al bovengenoemde motivaties voor doneren zijn duidelijk rationeel en in het belang van de gever. 

Onderzoeken hebben echter ook consistent laten zien dat mensen bereid zijn om anderen te helpen als dit geen zichtbare voordelen voor hen lijkt te hebben. Bij experimenten waarin deelnemers gevraagd wordt een bepaald bedrag te verdelen tussen henzelf en een anonieme ander, blijkt 90% bereid om een deel van het bedrag weg te geven. Dit schijnbaar altruïstische gedrag kan gedeeltelijk verklaard worden aan de hand van economische motieven, zoals onder andere econoom James Andreoni aantoonde. Hij liet zien dat veel mensen doneren omdat ze nut ontlenen aan het doen van de donatie zelf. Dit is een vorm van onzuiver altruisme: mensen voelen zich blijer en gelukkiger na het doen van een donatie. Hij noemt dit ook wel ‘warme gloed’-doneren, refererend aan het goede gevoel dat je krijgt als je iets goeds voor een ander doet. Dit maakt het doen van een donatie vergelijkbaar met het kopen van een ijsje: het is een consumentengoed, dat je koopt omdat je er blij van wordt. 

Kort samengevat zijn er dus twee redenen om geld te doneren: we doneren omdat we er zelf nut aan ontlenen en we doneren omdat een ander er nut aan ontleent. Dit is waarschijnlijk de reden waarom we ons soms wat ongemakkelijk voelen bij de ‘effectief altruisme’- filosofie. Die gaat er namelijk van uit dat alleen de ontvangers beter worden van de donatie, zonder stil te staan bij de manier waarop de donatie de gever beïnvloedt. Het voelt nu eenmaal beter om geld te doneren aan één persoon die je kunt horen en zien, dan aan een anonieme groep mensen, zelfs wanneer je binnen deze groep meer mensen voor hetzelfde geld had kunnen helpen. Zij die het wel belangrijk vinden dat hun donaties een zo groot mogelijke maatschappelijke impact hebben, merken al snel op dat het niet zo makkelijk is om te bepalen welke donatie de meeste impact heeft. Het is onmogelijk om de potentiële impact van ieder goed doel te weten. 

Dr. Frank Hubers en Eric Visser

Wilt u toch doneren met meer impact, let dan op de manier waarop de organisatie is ingericht. Een charitatieve instelling die zich inzet voor een hoge maatschappelijke impact is herkenbaar aan haar focus op heldere doelstellingen en het evalueren van de impact van haar projecten. De organisatie leert van deze evaluaties en past haar werkwijze waar nodig aan. Garandeert dit maximale maatschappelijke impact? Helaas nog niet. Maar u kunt er wel zekerder van zijn dat uw donatie zo goed mogelijk besteed wordt. En dat zou u een goed gevoel moeten geven.

Door: Dr. Frank Hubers

Over de auteur: 

Dr. Frank Hubers is economoom en antropoloog. Hij is als universitair docent verbonden aan de Open Universiteit, waar hij onder andere onderzoek doet naar het thema van resultaatsturing binnen non-profitorganisaties. In 2013 was hij, als evaluator van het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (ECSP), betrokken bij de impact-evaluatie van Children Asking. 

Meer uit het vergezicht

  • ,

    Zendingsreis naar Brazilië

    Van 2 tot 17 december organiseert Children Asking een 15-daagse zendingsreis naar Brazilië: Sinterklaasfeest in de Favelas. Slechts 16 plaatsen beschikbaar. Aanmelden kan tot 1 september. Wat moet je je daarbij voorstellen? Een oer-Hollands feest dat volkomen onbekend is in Brazilië. Wat ze wel kennen is de Angelsaksische variant hiervan, ‘papai noel’. De ‘kerstman’ hangt…

    Lees verder

  • Hoe denkt een IT’er over AI?

    Jan-Willem Visser is de enthousiaste medeoprichter van Sow-media: een internetbureau die websites voor bedrijven beheert, onderhoudt en doorontwikkeld. Het bedrijf begon Jan-Willem in 2003 – qua AI-technologie een prehistorische tijd waarin zelfs de iphone nog niet bestond. Al snel wist Jan-Willem niet alleen de doelstellingen van zijn klanten, maar ook die van zijn ei-gen bedrijfsnaam…

    Lees verder

  • ARTIFICIAL INTELLIGENCE

    EEN GLIMP IN DE TOEKOMST: Hoe AI De Braziliaanse sloppenwijken over 50 jaar transformeert De Braziliaanse sloppenwijken staan bekend om hun uitdagin-gen op het gebied van armoede, criminaliteit en uitzichtloosheid. Maar wat als we een glimp van de toekomst kunnen werpen en de mogelijkheden ontdekken die kunstmatige intelligentie (AI) biedt? We hebben een exclusief interview…

    Lees verder

Scroll naar boven